Tour d’Europe: Het begin van Europa

Op dit 'koptische' weefsel lijkt de Griekse god Dionysus met zijn volgelingen te zijn afgebeeld.
Linnen, wol, Egypte, 500-600, Allard Pierson Museum, Amsterdam
                                                            Herkomst foto's: Crossroads: reizen door de middeleeuwen

Tussen onze moderne wereld en de vroege middeleeuwen in Europa – globaal van 300 tot 1000 – bestaan meer overeenkomsten dan je zou denken: groepen mensen die over grote afstanden migreren, temperatuursveranderingen, religieuze tegenstellingen, de verzwakking van hoogontwikkelde culturen…

De periode na de val van het West-Romeinse rijk (476) is daarom vaak een ‘donkere tijd’ genoemd, maar dat ligt toch wat genuanceerder. Naast oorlog en onrust was er namelijk ook sprake van veel nieuwsgierige contacten en culturele uitwisseling. Groepen en volken namen kennis, gebruiken, religies en symbolen van elkaar over.

De Griekse liefdesgodin Afrodite veranderde in de christelijke cultuur in een symbool van 
geestelijke liefde. Door haar geboorte uit het schuim der zee was ze zelfs met de doop in 
verband te brengen. Been, Egypte, 400-600, Byzantijns en Christelijk Museum, Athene

Het vroegste Europa

De meeste Europese staten van nu hebben hun ontstaansmoment in deze complexe en verwarrende tijd. Ze komen voort uit een kruisbestuiving van culturen: Grieks, Romeins, Byzantijns, ‘koptisch’ (Egyptisch christelijk), Frankisch, Gotisch, Keltisch, Scandinavisch – ieder met eigen symbolen en versieringen. Die vermenging van culturele invloeden kun je prachtig volgen in de vroegmiddeleeuwse kunst.

Volksverhuizingen

Vierde-eeuws Europa was rijk aan culturen, elk met een eigen identiteit, bepaald door afstamming, taal, status, geslacht, leeftijd en geloof. Het evenwicht tussen al die stammen en volken raakte verstoord toen vanaf 375 de Hunnen binnenvielen. Dit half-nomadische ruitervolk onderwierp de Ostrogoten in Oost-Europa: hun legendarische leider Attila de Hun – ‘de gesel Gods’ – werd koning van Pannonië (Hongarije), dat zich uitstrekte van de Kaukasus tot aan de Rijn.


Vondsten van dit type bronzen ketels markeren de routes waarlangs de Hunnen vanuit Azië delen
van Europa veroverden. Brons, 5de eeuw, Hőgyés, Magyar Nemzeti Múzeum, Hongarije

De val van het Romeinse Westen

De Hunnen dreven de Visigoten ‒ Oost-Germaanse stammen uit Rusland en Oekraïne ‒ naar het westen van het Romeinse Rijk. De ‘volksverhuizingen’ die daarop volgden, verliepen dynamisch: soms acuut en massaal, dan weer traag en individueel. Hoe dan ook: steeds ontmoetten nieuwe groepen elkaar, met agressie of onbegrip, maar ook met nieuwsgierigheid en verwondering.


Deze Longobardische helm, opgevist uit de Donau, was afkomstig uit een Byzantijnse werkplaats.
Verguld koper, onbekende vindplaats in de Donau, 500-550, Magyar Nemzeti Múzeum, Hongarije

Scandinavische Langbaarden in Italië

In 476 kwam het West-Romeinse rijk  ̶  huidig West-Europa en Noord-Afrika  ̶  ten val, na de afzetting van de keizer door Germaanse huurlingen in het Romeinse leger. Daarna viel het gebied uiteen in kleinere ‘rompstaten’, bestuurd door niet-Romeinse heersers. Theodorik vestigde in Italië het Ostrogotische koninkrijk. Niet lang daarna vestigden zich hier groepen Longobarden (‘langbaarden’), die oorspronkelijk uit Scandinavië kwamen. In 774 werd de Frankische leider Karel – later bekend als ‘de Grote’ – koning van de Franken én Longobarden.


Dit kruis met bladgoud heeft een decoratieve versiering van dieren, van Keltische en Scandinavische
 oorsprong. Zo’n kruis werd bij Longobardische begrafenissen over het gezicht van de overledene 
gelegd. Gevonden in Cividale del Friuli, Italie, 7de eeuw.

Koninklijke Franken

De Franken waren Germaanse stammen die militaire hulp boden aan het Romeinse leger en opklommen tot hoge rangen. Zo ontstonden diverse Frankische koninkrijkjes. Eén dynastie kreeg de naam ‘Merovingisch’, naar hun mythische voorvader Merovech. De Merovinger Clovis I verenigde rond 500 de rijkjes tot een groot Frankisch rijk: het huidige Frankrijk, België en delen van Nederland en Duitsland. De volgende dynastie van Karolingers had een sterke interesse voor de antieke cultuur.


Op deze grafsteen staat een Merovinger die zijn haar kamt. Tegelijkertijd wordt hij aangevallen 
door een slang. De achterkant van de steen toont een man in een stralenkrans: een verwijzing 
naar de opstanding van Christus? Heidense en christelijke thema’s lijken zich hier te vermengen. 
Grafsteen van Niederdollendorf (Duitsland), 620-700, LVR LandesMuseum, Bonn

Christendom alom

Het christelijk geloof verspreidde zich in het Romeinse Rijk in de eerste eeuwen van de westerse jaartelling, ondanks perioden van vervolging en onderdrukking. Onder keizer Theodosius verbeterde de positie van christenen en uiteindelijk werd de nieuwe religie eind 4de eeuw ‘staatsgodsdienst’. Er ontwikkelde zich een christelijke beeldtaal, gebaseerd op klassieke tradities.


Vele verflagen tonen de geschiedenis van deze icoon als heilig voorwerp. Aan één zijde is rond
800 een kruisiging geschilderd. Nieuwe lagen kwamen erbij in de 10de en 13de eeuw, steeds 
wanneer de icoon vervuild was door kaarsenroet. Maria en het Christuskind zijn in de 16de eeuw 
afgebeeld, waarbij de 9de-eeuwse voorstelling werd bedekt. Tempera op paneel, Epirus (Griekenland), 800-1600, Byzantijns en Christelijk Museum, Athene

Brittannia op missie

Vanaf de 5de eeuw kwamen monniken vanuit Romeins Britannia de bewoners van Ierland, Schotland en Wales tot het christendom bekeren. Vanuit die regio’s trokken missionarissen naar de Germaanse gebieden. Na bekering van de Merovingische vorst Clovis I verspreidde het nieuwe geloof zich ook vanuit Francia (Frankrijk). De kloosters – ontstaan in Egypte – speelden een belangrijke rol in behoud en overdracht van kennis, geloof én kunst.

Drie religies

Veel joden verspreidden zich in de 2de eeuw vanuit Palestina over het mediterrane gebied. Vanaf de 4de eeuw formuleerden christenen eigen regels voor het ‘correcte geloof’. Vooral in het Byzantijnse rijk werden joden steeds meer uitgesloten. De islam verspreidde zich in de 7de eeuw razendsnel, door de Arabische veroveringen van Spanje en Portugal tot de grenzen van China. Toen moslims het Iberisch schiereiland bezetten, begon voor de inwoners van ‘al-Andalus’ een cultureel bloeiende en relatief tolerante samenleving.


Deze gouden diadeem moet gedragen zijn door een hooggeplaatste dame in Al-Andalus. Samen met 
andere juwelen vormde het sieraad een inderhaast verstopte schat, uit de tijd van opstanden 
tegen het islamitische bewind. Goud, glaspasta, Charilla (Spanje), 10de eeuw, Museo de Jáen, Spanje

Handel

De Vikingen uit Scandinavië breidden tussen de 8ste en de 11de eeuw hun handelsexpedities in West-Europa uit met rooftochten. Ze hadden het voorzien op kloosters, steden en marktplaatsen. Vaak vestigden zij zich ter plaatse en bouwden zo een handelsnetwerk op door heel Europa. Uiteindelijk bewoonden Vikingen delen van Engeland en Ierland, Normandië, Zuid-Italië en Rusland.


Deze Karolingische zilverschat werd bij Muizen (België) begraven, vermoedelijk uit angst voor 
naderende Vikingen over de Vlaamse rivieren. Eén van de munten is een Arabische dirham. Ca. 884

Oost: het Byzantijnse Rijk

West-Europa vormde in de vroege middeleeuwen een smeltkroes van culturen op drift. In het Oosten bewaakten de orthodox-christelijke Byzantijnen intussen de erfenis van de Grieks-Romeinse cultuur. Het Byzantijnse Rijk was het grootste economische, culturele én militaire machtsblok in toenmalig Europa. Een theocratie, waar de keizer als een god regeerde.


Dit fragment van een mozaïekvloer komt uit de Ilissos-basilica in Athene. De decoratie met dieren,
planten en geometrische patronen staat in de Grieks-Romeinse traditie. Marmer en glas, Athene (Griekenland), 400-450, Byzantijns en Christelijk Museum, Athene

Handel

In het rijk van de Byzantijnen bleven oude reis- en handelsroutes, vooral rond de Middellandse Zee, intact. Zo vond slaventransport plaats van Oost-Europa naar Spanje, kwam er zijde vanuit het Verre Oosten, reisden ambassadeurs van en naar de hoofdstad Constantinopel en bezochten Byzantijnse pelgrims Palestina, heilig land voor christenen, joden en moslims.


Jezus’ leven en de wederopstanding is beschreven door de vier evangelisten Mattheus, Marcus, 
Lucas en Johannes. In dit evangeliarium zijn de decoraties gemaakt door boekverluchters in Mainz, 
die werkten voor de Byzantijnse hof. In hun stijl klinkt de antieke schilderkunst door.
Perkament, Mainz (Duitsland), voor 1011, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

Nieuwsgierig naar meer culturele wortels van Europa? Lees en bekijk dan de catalogus van de tentoonstelling in het Allard Pierson Museum (2017-2018): Crossroads. Reizen door de middeleeuwen 300-1000 n. Chr., W BOOKS 2017.

Terug naar de top