Is origineel (nog) relevant?

Peter Janssen, Shit30 the dog, victory boogy woogy

ArtWorlds en Fonds Kwadraat organiseerden op maandag 28 november in Spring House, hét huis voor radicale vernieuwers, een themadag over het begrip originaliteit in de hedendaagse kunst.

img_6405

Geert Jan Jansen vertelt hoe hij in de trant van kunstenaars heeft gewerkt en dit werk aan de man bracht

Kunstenaars maken werk, er is een publiek dat het komt bekijken, er is een podium waarop kunst en maker zich profileren. De dynamiek tussen deze drie pijlers is cruciaal in wat we als kunstwereld beschouwen. Met deze themadag wil ArtWorlds de discussie aanwakkeren over de manier waarop het fenomeen originaliteit zich manifesteert in de ogen van maker én kijker.

Is het nog relevant om origineel te zijn in onze deelmaatschappij? Belemmert het criterium de creativiteit niet en zijn we wel zo origineel als we denken? Wat betekenen originaliteit en auteurschap in deze tijd van oneindige reproductie? Hebben kunstenaars eigenlijk niet altijd al verwezen naar anderen? En wat is daar eigenlijk mis mee?

Edvard Munch maakte meer dan tien versies van De schreeuw en de Vlaamse kunstenaar Luc Tuymans werd aangeklaagd wegens plagiaat omdat hij één van zijn schilderijen baseerde op een foto. Zo zijn er talloze voorbeelden van kunstenaars die (ont)lenen, verwijzen, kopiëren, citeren of parodiëren.

img_6404

Thema van alle kanten gezien
Tijdens een rijk programma met verrassende sprekers werd het onderwerp van alle kanten belicht. De dwingende rol die originaliteit vanaf de romantiek in de beeldende kunst heeft gespeeld, de discrepantie tussen de hang naar erkenning en de behoefte uniek te zijn en bekijken voor- en nabeelden uit de kunstgeschiedenis. In de middag toonde Carine van Santen (NTR Kunststof) de resultaten van onze kleine enquête over de vraag: ‘Heb jij wel eens andermans werk gebruikt?’. Driekwart gaf daarbij aan dit te doen, met bronvermelding.

Meester van de kopie Geert Jan Jansen was een van de meest voor de hand liggende sprekers als het gaat over originaliteit. Hij heeft immers de hele internationale kunstwereld te kijk gezet door ‘klakkeloos’ werken van Appel, Chagall, Matisse, Mondriaan, Dali, Miró, Picasso, Hockney, Klimt, Cocteau, Jorn, De Kooning en Warhol na te schilderen. Een vakman; we zijn blij dat deze kunstenaar zijn verhaal wilde vertellen.

jansen-1100x733

Een andere invulling aan het begrip originaliteit gaf het conceptuele werk van de jonge kunstenaar Els Cornelis. ‘We gooien je werk het raam uit’. ‘Je pikt mijn ziel’. Dat waren de niet mis te verstane reacties die de Belgische kunstenaar/psycholoog kreeg toegeworpen naar aanleiding van haar examenwerk After …/Graduation Works (2016) aan de Rietveld Academie dit jaar. Cornelis had werk van haar studiegenoten letterlijk gekopieerd en nagemaakt ‘in de geest van’. Die verzameling kopieën was haar afstudeerproject, waarmee ze belangrijke vragen stelde: wat betekent het auteurschap in tijden van reproductie, hoe autonoom is de kunstenaar, wat is de waarde van originaliteit? (NRC, 14 juli 2016).

Els Cornelis

Verder omvatte het programma beschouwingen over het thema Originaliteit in de praktijk door hoofdconservator Gemeentemuseum Den Haag Hans Janssen en journalist en oud-directeur Groninger Museum Kees van Twist. Een muzikaal intermezzo verzorgen  Wim Janssen en Ziv Taubenfeld.

unknown-2  unknown-6

Ziv Taubenfeld; Wim Janssen 

Kunstenaar en meelezer Mondriaan-biografie Carlien Oudes vertelde in haar presentatie hoe schilder Piet Mondriaan, wiens werk zo vaak is ‘hergebruikt’, omging met originaliteit. Vóór alles een schilder, was hij iemand die keek en keek en keek. Die ontvankelijk was. Die leefde voor de schilderkunst. Die voortdurend gebruik maakte van wat hij zag.

0000321282
Piet Mondriaan, midden, in het atelier van Simon Maris (Amsterdam, ca. 1903)

Gedachten op de achtergrond:

De kunstenaar op afstand van de samenleving
Enerzijds zien we de kunstenaar nog altijd graag als zonderling figuur, die op een afstandje de samenleving kan becommentariëren en bevragen via de kunst. Aan deze vaak letterlijk afgezonderde positie kleven verwachtingen over gedrag. Een kunstenaar is liefst een beetje vreemd, zodat onverwachte kunstpraktijken aan zonderling gedrag kunnen worden gekoppeld. Kunstenaars met psychiatrische problemen of cognitieve afwijkingen worden zelfs bewonderd als ‘outsider-kunstenaars’.

Kunst en het systeem
De westerse wereld is onderhevig aan verandering. Tijdens deze hoogtijdagen van het individualisme komt een hernieuwde hang naar gemeenschappelijkheid opzetten. Met de wereldwijde terreurdreiging en de continue ontkrachting van het establishment vormen deze onderwerpen het kader van een systeem waarop zowel kunstenaars als curatoren reageren. Het bevragen en oprekken van dit systeem geldt algemeen als positief. Het bestaan van een systeem heeft een proces van insluiting en uitsluiting tot gevolg en vraagt tegelijkertijd om ontregeling.

Verhouding van verhaal en beeld
De bevraging van het systeem vindt plaats in woord en beeld. Maar hoe verhoudt het conceptuele kader zich eigenlijk tot het geproduceerde kunstwerk? Heeft conceptuele kunst ervoor gezorgd dat het beeld ondergeschikt werd aan het verhaal erachter? Heeft het beeld in de afgelopen decennia aan zeggingskracht ingeboet? Dit kan mede de oorzaak zijn voor de argwaan die overheerst in de kunstkritiek jegens zowel beeld als verhaal van de kunstenaar – alsof de maker de kijker probeert te foppen. Waar komt die argwaan vandaan, en waarom heeft deze zo’n prominente plaats in de kunstwereld?

 

 

Terug naar de top